Toen ik voorgedragen werd voor de Leidse Top 50 werkte ik voor het Programma Kennisstad. Daar zette ik mij met veel enthousiasme in voor de verbinding tussen studenten in het onderwijs en maatschappelijke vraagstukken. Dat enthousiasme kent zijn grondslag toen ik voorzitter was van de Plaatselijke Kamer van Verenigingen, het overkoepelend orgaan voor de Leidse studentenverenigingen. In die functie had ik onder andere veel contact met de gemeente Leiden en de Leidse hoger onderwijsinstellingen. Ik vond het zo waardevol om bij te dragen aan de verbinding tussen student en stad. Er liggen zoveel kansen. Vanaf dat moment ben ik actief gebleven in dit speelveld en heb ik diverse rollen mogen bekleden. Ik vond alles fantastisch en stond open voor veel projecten. Zo heb ik aan het begin gestaan van het sociaal veiligheidsbeleid voor verenigingen, was ik betrokken bij de opzet en start van het project Leren met de Stad en heb ik recent de Well-being Week en Winter Weeks voor studenten georganiseerd.
Die enthousiasme had echter ook een keerzijde. Door de hectiek had ik geen oog voor mijzelf en belandde in de coronatijd in een depressie. Ik stond permanent “aan” en toen corona kwam en alles digitaal was, vielen de sociale contacten weg en kwam ik in een diep gat. Ik had te hoge eisen aan mijzelf gesteld en was constant bang niet aan de verwachtingen te zullen voldoen. In de corona periode heb ik geleerd meer tijd aan mijzelf te besteden en dat het goed is.
Bewandel je eigen pad; wie weet verdwaal je wel geweldig. Kom je onderweg tot nieuwe inzichten. Het is wellicht niet het ‘schoolvoorbeeld’ of de snelste weg, maar het is jóúw pad. Van niemand anders. Leer nee te zeggen. Accepteer jezelf en vergelijk je niet met anderen. Omarm je beperkingen. Er is te veel taboe op mentale problemen; praat er alsjeblieft gewoon over. Mijn depressie heeft mij uiteindelijk sterker gemaakt.
Ik zou graag meer gemeenschapsgevoel zien in Leiden. Het is een stad met zoveel nationaliteiten, zoveel verschillende mensen, studenten, werkenden, wetenschappers, expats en ga maar verder. Dat ze zich allen aangesloten voelen bij de stad. Leiden is een studentenstad en verbindingen op elk niveau zou mooi zijn. Sterkere verbindingen leggen tussen het onderwijs en maatschappij, zowel op onderzoek niveau als dat men naar elkaar omkijkt. Welzijn is zo belangrijk. In het op 8 februari gepresenteerde Strategisch plan van de Universiteit zie je dat gelukkig ook terug.
Laat ik eerst zeggen dat ik graag iedereen wil helpen en niet alleen vrouwen of meisjes. Ik zou mezelf omschrijven als een toegankelijk persoon, met een sterk gemeenschapsgevoel. Ik ben breed geïnteresseerd en ben meer dan eens een kletsmajoor genoemd. Om te helpen kan ik fungeren als richtingwijzer en denk ik graag mee met projecten. Mijn ervaringen deel ik graag en ook mijn netwerk kan ik inzetten. Stuur vooral een berichtje, zou ik zeggen.
Blijf jezelf en durf op iemand af te stappen en het gesprek aan te gaan. Een leuk, interessant gesprek is wat mij betreft waardevoller dan een visitekaartje. Omarm verscheidenheid, laat je niet afschrikken.
Je kunt je pas goed inzetten als je eigen basis goed is. Zorg goed voor jezelf. Neem de tijd om stil te staan, uit te zoomen om daarna weer in te zoomen, dat is zo waardevol. Een les die ik heb geleerd is om kritisch te kijken naar hetgeen je dagelijks doet: wat geeft je energie? En waarom? Door de pandemie leerde ik beter de balans tussen energiegevers en energievreters en naar aanleiding daarvan heb ik het een en ander veranderd.
Het voelde zo gek om op de lijst te staan met allemaal topvrouwen. Het was een leuke verrassing, ik voelde mij vereerd. Het was zowel onwennig als tof om op deze manier erkenning te krijgen voor mijn inzet in de stad. Dat blijf ik ook zeker doen. Verder heb ik interessante contacten opgedaan en ze waren bereid dingen samen te doen. De diversiteit is erg mooi en waardevol.
Ik hoop dat zowel onze Top 50 als de nieuwe met elkaar blijven optrekken. Dat is de meerwaarde van de zichtbaarheid die via dit netwerk wordt gecreëerd. Er zijn zoveel meer vrouwen met wie je iets kunt opbouwen zowel op het persoonlijke vlak als maatschappelijk.
Better an oops than a what if.